Parelketting "Sensu"
Parelketting "Sensu"
Korte info
handgemaakt | agaat | messing verguld | handgekleurd | lengte 40,5-46 cm | hanger 4 x 6 cm (h/w)
Gedetailleerde beschrijving
Parelketting "Sensu"
Opvouwbare waaiers zoals de Sensu hebben een lange traditie in de Japanse cultuur. Kunstig uitgevoerde exemplaren inspireren ons onder andere bij de Japanse theeceremonie.
Deze prachtige ketting van lichtgevende rode agaatkralen is versierd met een elegante waaiervorm van 24-karaats verguld messing met een handgekleurd motief. Lengte verstelbaar van 40,5-46 cm. Hangermaat 4 x 6 cm (h/w). Met karabijnsluiting. Door de gebruikte stenen heeft elk collier een uniek stuk karakter, daarom zijn kleine nuances in de afwerking mogelijk.
Producent: ars mundi Edition Max Büchner GmbH, Bödekerstraße 13, 30161 Hannover, Duitsland E-mailadres: info@arsmundi.de
Over Petra Waszak
Al vele jaren interpreteert Petra Waszak vormen en symbolen uit de kunstgeschiedenis met een unieke gevoeligheid in modieuze accessoires. Met grote gevoeligheid combineert zij verschillende stijlelementen en technieken tot een bijzondere spanning.
De kunstenares heeft al samengewerkt met de belangrijkste modehuizen zoals Dior, Chanel en Gucci. Haar buitengewone creaties zijn te vinden in de winkels van grote wereldmusea zoals het Musée du Louvre in Parijs, het British Museum in Londen of het Rijksmuseum in Amsterdam. Haar creaties worden gedragen door vele acteurs, politici en beroemdheden, zoals Liza Minnelli of Angela Merkel.
De kunst van Japan kreeg essentiële impulsen van China, door de overname van de Chinese cultuur en het Chinese schrift en de introductie van het boeddhisme, maar ook van Korea. De aanvankelijke imitatie werd gevolgd door de ontwikkeling van specifiek Japanse vormen en technieken op alle terreinen van de artistieke creatie. Verschillende stijlen ontstonden in samenhang met de religies boeddhisme, zen en shintu.
De Japanse vroege geschiedenis begint al in het 7e millennium voor Christus. Keramische vondsten uit deze periode vertonen koordachtige versieringen. Daarnaast zijn gestileerde kleifiguren en maskers uit deze periode ontdekt.
Van de 3e eeuw voor Christus tot de 3e eeuw na Christus duurde de YaYoi-periode, genoemd naar de vondst van bronzen spiegels, bronzen wapens en bronzen klokken met geometrische en figurale versieringen.
Kofun (3e-6e eeuw)
Herontdekte grafgiften, bronzen voorwerpen, keramiek, juwelen van jaspis, goud en zilver tonen de artistieke creativiteit van die tijd.
Asuka- en Hukaho-periode (552-710)
Met de officiële aanvaarding van het boeddhisme namen de Chinese en Koreaanse invloeden op de Japanse kunst toe. De Shinto-architectuur behield echter de prehistorische bouwstijlen in de heiligdommen en de houten paalgebouwen. De boeddhistische beeldhouwwerken uit deze periode werden sterk beïnvloed door Korea en China.
Nara-periode (710-794)
De kunst van deze periode, die met veel inspanning tot stand kwam, bleef Chinese voorbeelden volgen. Alleen het grondplan en ongeveer 200 beelden van het keizerlijk paleis zijn bewaard gebleven. Indrukwekkend is het enorme, 16 meter hoge bronzen afgietsel van de 'Grote Boeddha' van Todaiji. Nieuwe materialen, droge vernis en klei maakten even monumentale als dramatische figuren mogelijk. Later nam de Chinese invloed af; de beelden werden blokkerig, de gewaden hadden golfachtige plooien.
Heian-periode (794-1185)
Genoemd naar de nieuw gebouwde hoofdstad Heian-kyo, het huidige Kyoto. Beeldhouwers beeldden vooral de nieuwe manifestaties van de 'All-Buddha' uit, in houten beelden die zwaar en massief waren. In de tweede helft van het tijdperk werd de Japanisering van de kunst voortgezet. De beeldhouwkunst won aan sierlijke elegantie en beweging. De schilderkunst uit die periode is vrijwel uitsluitend bewaard gebleven door de beroemde Fenikszaal van Byo-doin. De schilderijen vallen op door delicate kleuren en een tendens naar zachte schoonheid en ronde lijnen. De kalligrafie, die in Oost-Azië vaak hoger werd gewaardeerd dan de schilderkunst, won aan belang.
Kamakura-periode (1185-1336)
Met de stichting van het shogunaat in Kamakura ontstond een nieuw cultureel centrum. Hardheid en oorlogszucht bepaalden deze glorietijd van Japanse ridderlijkheid. De beeldhouwer Kokei en zijn nakomelingen creëerden beelden met diepe insnijdingen, sterke lichaamsmodellering en ingelegde, naturalistisch ogende kristallen ogen. De introductie van het Zen-boeddhisme had aanvankelijk alleen invloed op de architectuur, maar later ook op de schilderkunst. De kunstnijverheid zorgde voor verf- en schrijfbenodigdheden, toiletdozen, geglazuurd aardewerk en keramiek. Wapensmeden en de productie van harnassen en zwaarden floreerden.
Muromachi-periode (1336-1573)
Genoemd naar het district van Kyoto waar de Ashikaga-shoguns hun residentie hadden. De wereldlijke architectuur nam de Shoin-stijl van de Zen-monniken over, wat resulteerde in de basisstijl van het Japanse huis die nu nog geldt. Ook het theehuis en een verfijnde tuinkunst ontstonden onder invloed van Zen. De Zen-priesters cultiveerden de Japanse inktschilderkunst. De prachtige landschapsschilderingen van de schilder Sesshu zijn artistieke hoogtepunten van deze periode.
Momoyama-periode (1573-1603)
Het paleis van de bevelhebber Toyotomi Hideyoshi op de Momoyama-heuvel bij Kyoto geeft deze periode haar naam. Een periode die werd gekenmerkt door luxe en opzichtigheid en door kunst die louter representatieve doeleinden diende, los van religieuze banden. De pompeuze kastelen zijn op enkele na allemaal vernietigd. Maar de luxe blijft zichtbaar in rijk houtsnijwerk en metaalbeslag. Prachtige schilderingen in levendige kleuren op een gouden achtergrond sierden de kastelen, en de metaalkunst was sterk ontwikkeld.
Edo-periode (1603-1848)
De Edo-periode is een 250-jarige periode van vrede waarin zich een burgerlijke kunst en cultuur ontwikkelde. Herenhuizen en theehuizen werden gebouwd met een verfijnde en eenvoudige smaak. De decoratieve schilderkunst beleefde een nieuwe opleving. De techniek van aanvankelijk handgekleurde platen werd verder ontwikkeld tot vierkleurendruk door toevoeging van twee kleurenplaten. De keramiek brak met de Chinees-Koreaanse invloed en ontwikkelde een karakteristieke Japanse stijl. De kunst van het porselein werd verrijkt met sierlijke glazuurschilderingen. De beste kwaliteit en het edelste porselein, dat in tegenstelling tot Imari-porselein niet voor de export bestemd was, werd geleverd door de Okochi-ovens. De nieuwe kunst van het snijden van netsuke kwam op, die men aan de riem droeg als tegenwicht voor inro (medicijnblik) of tabaksbuidel. Het tijdperk eindigde met de gedwongen openstelling van het land door de Amerikanen en de overdracht van de regeringsmacht aan de keizer.
Meiji-periode (1868-1912)
Dit was het tijdperk van verwestering in alle facetten van het leven. De schilderkunst ontwikkelde zich naar Europees model, maar keerde na verloop van tijd terug naar de oude traditie. In Tokio nam de kunstacademie in 1888 de promotie van de Japanse schilderkunst over. De beeldhouwkunst bleef zich echter geheel volgens Europese modellen ontwikkelen, met uitzondering van één school die de traditionele houtsnijkunst voortzette.