Raffaelo Santi
Raffaello Santi werd waarschijnlijk rond 1483 geboren in Urbino. Hij kreeg zijn eerste opleiding van zijn vader, een doorsnee schilder uit zijn geboortestad. Hij was korte tijd leerling van Perugino in Perugia, voordat hij in 1504 naar Florence verhuisde en uiteindelijk in 1508 naar Rome. Vanaf 1511 werkte hij als bouwmanager van de Sint-Pietersbasiliek en conservator van oude monumenten. Zijn begrafenis in het Pantheon na zijn dood (1520) getuigt van de grote waardering die zijn tijdgenoten voor hem hadden.
Rafaëls Florentijnse jaren waren vormend voor hem, waarin hij vooral de kunst van da Vinci en Michelangelo bestudeerde en wist te integreren in zijn eigen stijl. Talloze naaktstudies getuigen van zijn inspanningen om de menselijke anatomie te perfectioneren. Daarna kon hij zijn volledige talent tonen in de decoratie van de staatsievertrekken van het Vaticaan. De muur- en plafondschilderingen van de Stanza della Signatura, met hun afbeeldingen van theologie, filosofie, poëzie en recht, werden een synthese van antieke gedachten en christelijke religie, een sleutelwerk in de Europese cultuurgeschiedenis.
Naast het Vaticaan was Agostino Chigi Rafaëls grootste particuliere opdrachtgever. De kunstenaar nam de decoratie van de familiekapel en de Villa Farnesina op zich.
Rafaël zocht naar een eenheid tussen schilderkunst en architectuur. Een klein aantal figuren, de illusie van diepte en nieuwe kleurcontrasten werden een bindend model voor toekomstige generaties schilders. Het monumentale altaarstuk van de "Sixtijnse Madonna", geschilderd rond 1514, is van centraal belang. Naast de madonna's en religieuze schilderijen werden er ook portretten gemaakt, die door hun representatieve uiterlijk het officiële type portret werden.