Bartolomé E. Murillo
Bartolomé Esteban Perez werd op 1 januari 1618 in Sevilla gedoopt. Na de dood van zijn vader ging de tienjarige in de leer bij Juan del Castillo. Zijn vroegste werken, met hun sobere naturalisme, getuigen echter van de invloed van de kunst van Juan de las Roelas en Francisco de Herrera de Oude. Zijn schilderkunst kreeg belangrijke impulsen van de kunst van Francisco de Zurbarán en Jusepe Riberas.
Zijn eerste zelfstandige werk in 1645-46 waren de elf legendaschilderijen voor de kloostergang van het voormalige klooster van Sint Francisco in Sevilla. Zijn speciale manier om een betoverende sfeer te creëren door middel van zachte verlichting bracht hem nieuwe opdrachten. Hij schilderde drie schilderijen voor de kathedraal van Sevilla.
Naast religieuze motieven maakte Murillo ook genreschilderijen, waar veel vraag naar was. Het subtiele gebruik van licht en schaduw en de warme kleuren maakten deze schilderijen gewilde kunstwerken.
Rond 1650 haalde Murillo belangrijke inspiratie uit het werk van Rafaël, Peter Paul Rubens en Anthony van Dyck. Zachte contouren, delicate kleuren en de gouden sluier van licht gaven zijn onmiskenbare stijl de titel "estilo vaporoso".
Het succes van de schilder werd benadrukt door zijn benoeming in 1660 tot president van de kunstacademie van Sevilla, die hij mede had opgericht.
Bartolomé Esteban Murillo stierf op 3 april 1682 op 64-jarige leeftijd in zijn geboortestad. Hij was de belangrijkste vertegenwoordiger van de Hoge Barok en een van de beroemdste Spaanse schilders. Veel van zijn werken zijn tegenwoordig te zien in de grote Europese musea.