Beeld "De Grote Boulevards" (1875), ingelijst

Beeld "De Grote Boulevards" (1875), ingelijst
Korte info
ars mundi Exclusive Edition | gelimiteerd, 499 exemplaren | genummerd certificaat | reproductie op canvas | op spieraam | ingelijst | formaat 55 x 65 cm (h/w)
Video
Gedetailleerde beschrijving
Beeld "De Grote Boulevards" (1875), ingelijst
Renoir wordt beschouwd als de "schilder van de levensvreugde". Hij hield van het leven en schilderde de wereld van zijn vrolijke en opgewekte kant. Zijn schilderijen brengen op veilingen hoge miljoenen op. Origineel: Olieverf op doek, Museum of Art, Philadelphia. Hoogwaardige kunstreproductie, met de hand bewerkt op katoenen canvas van de kunstenaar en opgespannen als een origineel schilderij op een verstelbaar massief houten spieraam. De structuur van het doek is voelbaar en zichtbaar! Een nobel studioframe met geprofileerde lijst van echt hout maakt het geheel af. Beperkte oplage van 499 exemplaren. Genummerd op een certificaat op de achterkant. Afmeting 55 x 65 cm (h/w). Exclusief bij ars mundi.
Producent: ars mundi Edition Max Büchner GmbH, Bödekerstraße 13, 30161 Hannover, Duitsland E-mailadres: info@arsmundi.de
Klantbeoordelingen
Variant frame: ingelijst

Over Auguste Renoir
1841-1919
Het gehele oeuvre van Renoir, die in 1841 in Limoges werd geboren, wordt gekenmerkt door zijn onverwoestbare geloof in de leven gevende kracht van de natuur. De heldere kleuren van zijn landschappen, de sensuele gratie van zijn schilderijen van vrouwen en meisjes getuigen hiervan met hun lichte vrolijkheid.
Aanvankelijk werkte Renoir als porseleinschilder en bestudeerde hij Antoine Watteau en François Boucher in het Louvre. In 1862 begon hij te studeren aan de École des Beaux-Arts, waarna hij zich eind jaren 1860 onder invloed van de School van Barbizon toelegde op de openluchtschilderkunst. Samen met Claude Monet, Frédéric Bazille en Alfred Sisley ontdekte hij de bijzondere voordelen van het buiten schilderen en onderhield hij nauwe contacten met Camille Pissarro en Paul Cézanne. Net als Claude Monet ontwikkelde hij de losse toets die zo kenmerkend is voor het impressionisme, waarmee de steeds veranderende kleuren in het licht kunnen worden gevangen. Naast landschapsschilderijen maakte hij ook portretten van onder anderen zijn schildersvrienden en zijn favoriete model Lise Tréhot.
In de zomer van 1869 maakte hij een reeks schilderijen van het restaurant "La Grenoullière", dat hij vaak met Monet bezocht. Deze lichte schilderijen illustreren bijzonder duidelijk zijn onmiskenbare stijl van vluchtige penseelstreken en delicate, lichte kleuren die het flikkeren van de lucht en de schittering van het water vastleggen. Daarnaast gaf Renoir herhaaldelijk uiting aan zijn voorliefde voor de werken van Courbet en Delacroix met gedempte tonaliteit en een dichtere penseelvoering.
Na een reis naar Italië in de jaren 1880 keerde Renoir zich echter af van het impressionisme. Vanaf dat moment richtte hij zich niet langer op de weergave van atmosferische stemmingen, maar op tekening en compositie in de stijl van Rafaël en Ingres.
Zijn late werk toont een enorme kleurkracht, gecombineerd met grafische elementen, die niets doet vermoeden van zijn ernstige reumatische aandoening, vooral van de handen. Met de hulp van een leerling, de beeldhouwer Maillol, maakte hij in deze periode ook enkele bronzen beelden.
De belangrijkste impressionistische schilder en graficus stierf als wereldberoemd kunstenaar op 3 december 1919 in Cagnes-sur-Mer.
Uitgave van een afbeelding of sculptuur die door ars mundi is geïnitieerd en alleen verkrijgbaar is bij ars mundi of bij distributiepartners onder licentie van ars mundi.
Weergave van typische scènes uit het dagelijks leven in de schilderkunst, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt tussen boeren-, burgerlijke en hoofse thema's.
Het genre bereikte zijn hoogtepunt en immense populariteit in de Nederlandse schilderkunst van de 17e eeuw. In de 18e eeuw trad vooral in Frankrijk de hoofse en galante schilderkunst op de voorgrond, terwijl in Duitsland het burgerlijke karakter werd benadrukt.
De stijl van het impressionisme, die rond 1870 in de Franse schilderkunst opkwam, dankt zijn naam aan het landschapsschilderij "Impression, soleil levant" van Claude Monet. Na aanvankelijk te zijn afgewezen, begon het aan een ware triomftocht.
Schilders als Claude Monet, Edgar Degas, Edouard Manet, Auguste Renoir en anderen creëerden motieven uit het dagelijks leven en stads- en landschapstaferelen in een helder, natuurlijk licht.
Het impressionisme kan worden gezien als een reactie op de schilderkunst van de academies. De nadruk lag niet op de inhoud met een volgens vaste regels ontworpen picturale compositie, maar op het object zoals het op dat moment verscheen, in een vaak willekeurig detail. De werkelijkheid werd gezien in al haar verscheidenheid aan kleuren in natuurlijk licht. Het schilderen in de open lucht verving het schilderen in het atelier.
Het verhelderen van het palet en het opheffen van vaste contouren ging gepaard met een nieuwe benadering van kleur. In veel gevallen werden de kleuren niet meer op het palet gemengd, maar zodanig naast elkaar op het doek geplaatst dat de uiteindelijke indruk pas in het oog van de toeschouwer, op enige afstand, tevoorschijn kwam. In het "pointillisme" (met schilders als Georges Seurat en Paul Signac) werd dit principe vervolgens tot in het extreme doorgevoerd.
Buiten Frankrijk kreeg het impressionisme vorm in de werken van schilders als Max Slevogt, Max Liebermann en Lovis Corinth in Duitsland en ook door James A.M. Whistler in de Verenigde Staten.
In de beeldhouwkunst kwam het impressionisme slechts in beperkte mate tot uiting. In de werken van Auguste Rodin, die als een van de belangrijkste vertegenwoordigers wordt beschouwd, is een ontbinding van oppervlakken zichtbaar, waarbij het spel van licht en schaduw deel uitmaakt van de artistieke prestatie. Ook Degas en Renoir maakten sculpturen.